Een thema wat me veel bezig houdt is hoe netwerken of communities werken. Wat maakt iets een succesvolle community? En is een community dan succesvol wanneer er voor deelnemers waardevolle leerervaringen zijn in de ontmoetingen? Wanneer mensen beter in staat zijn te reflecteren op de ervaringen die ze in de praktijk opdoen? Of wanneer het (zichtbare) resultaten oplevert in de dagelijkse werkpraktijk, bijvoorbeeld doordat er een nieuwe tool is ontwikkeld?

Ik ben lang niet de enige die zich met dit soort vragen bezig houdt! Onlangs kreeg ik een samenvatting van een onderzoek opgestuurd, uitgevoerd door de VU en Viadesk BV. Naar het succes van netwerken. Een paar elementen die daar uit komen:

  • Praktisch relevant. Hoe dichter het onderwerp van het netwerk ligt bij de dagelijkse praktijk van de leden, hoe waardevoller het netwerk voor hen is;
  • Structureel kapitaal. De mate waarin leden zich met elkaar verbonden voelen heeft een positieve invloed op de mate waarin kennis wordt gedeeld.
  • Interactieve communicatiemiddelen. Interessant wat ze hierover zeggen! Met name de interactieve vormen van ICT-gebruik blijkt een positieve invloed te hebben op kennisdelen. Geinterviewden geven aan dat het achterblijven van dit type middelen komt door onbekendheid. En onbekend maakt onbemind: sommigen zien de voordelen er ook niet van. Het persoonlijke aspect blijkt men cruciaal te vinden. Ik kan me deze reactie helemaal voorstellen. Als je niet weet dat iets er is, dan kan je er ook geen gebruik van maken. En nieuwe tools vragen over het algemeen een periode van experimenteren. Dan helpt het als er iemand in het team is die er enthousiast over is en wel eens wat wil uitproberen.
  • Willingness en eagerness. Dit is wel een nieuw element voor mij. Een willingness to share gaat uit van een collectieve instelling: men deelt kennis omdat het relevant is voor de groep. En er wordt verwacht dat leden reageren op elkaars bijdragen. Een eagerness to share is meer individueel: iemand vindt het onderwerp interessant en deelt hier graag kennis over. Hierbij weegt het minder zwaar of het interessant is voor de andere leden. En uit het onderzoek blijkt dat de laatste houding tot meer kennis delen leidt. Ze zeggen eigenlijk: eagerness is nodig om kennisdelen op gang te brengen, willingness om het in stand te houden. Ook hier blijkt weer uit hoe belangrijk het is om vanuit je passie en persoonlijke ambitie en interesse aan een netwerk mee te doen!
  • Rol netwerkleider. Een punt wat vaak ter discussie staat in netwerken en communities: in welke mate moet je stimuleren, sturen, organiseren, modereren? Is het uberhaupt wel nodig? En zo ja, hoe geef je dan invulling aan die rol? Succesvolle netwerken typeren zich vaak door hun informele karakter: vrijheid voor de leden. Betekent dit dat een netwerk eigenlijk zonder ‘sturing’ zou moeten kunnen werken? Dit blijft voor mij een boeiende vraag, waar ook dit onderzoek eigenlijk geen duidelijke reacties op heeft. Dat is wel jammer!