Schermafbeelding 2013-02-25 om 19.51.48

Photo via http://www.langevin.com

Normaal gesproken maak ik me niet zo druk om termen. Misschien moet ik het nu ook niet doen. Maar komende donderdag heb ik een dag met collega-professionals over het gebruik van sociale media bij leren en veranderen in organisaties en netwerken. En dan staat de ochtend in het teken van sociaal leren. Nu weet ik daar wel aardig wat vanaf, maar in de voorbereiding bedacht ik me dat er veel termen zijn die er zeer dicht tegenaan liggen. Denk maar aan: informeel leren, werkplekleren, netwerkleren. Eens kijken wat er gebeurt als ik ze belicht en de onderlinge verbinding probeer te vinden….

Mijn hardloophorloge liet het vanmorgen ineens afweten. Heel vervelend, want ik ben iemand die het prettig vind om tijdens het hardlopen te zien hoe ver ik al ben. Wat te doen? Er bestaan allerlei apps voor op je telefoon die van alles bij kunnen houden: afstand, snelheid, verbranding, hartslag. Ik vond dit wel het moment om die apps eens te bekijken. Al Googlend had ik daar al snel van alles over gevonden,om vervolgens 3 apps te uploaden die me geschikt leken. 1 aangezet en mee gelopen. Een prima manier om te leren over zo’n app, hoe het werkt en hoe het loopt!

Informeel leren heeft iets ongrijpbaars. We zijn het er inmiddels allemaal over eens dat het een belangrijke vorm van leren is. En we weten ook dat we zelf veelvuldig informeel leren. Mijn zoontje is ‘ineens’ aardig goed in ‘ballen’, zoals hij dat noemt. Voetballen en overgooien… hij kijkt af, probeert uit, doet. Velen van ons geven er de voorkeur aan zelf informatie te zoeken en te vinden. Door het lezen van boeken, googlen, collega’s vragen, de help-desk bellen en door uitproberen in ons werk of met een ervaren collega samen te werken. Hier worden Marsick en Volpe (1999) aangehaald, die informeel leren in werksituaties trachten te omschrijven aan de hand van zes kenmerken:

  1. Is geïntegreerd in het werk en de dagelijkse routine;
  2. Het wordt getriggerd doordat zich iets voordoet dat niet opgelost kan worden met het bestaande repertoire aan kennis;
  3. Veel van het informele leren geschiedt tamelijk impliciet en heb je niet in de gaten;
  4. Toevalligheden en willekeur spelen een rol bij het verloop van informele leerprocessen;
  5. Er is sprake van een inductief proces van actie en reflectie;
  6. Het leren is doorgaans niet individueel maar veelal een sociaal gebeuren waarin ook anderen een rol van betekenis spelen.

Het derde kenmerk is een van de belangrijke redenen waarom informeel leren nog steeds zo weinig aandacht krijgt in organisaties. Maarten de Kaat beschrijft het heel mooi in zijn inaugurele reden: “Informal learning is there and it is largely responsible for what organisations know and how they act. But it refers to knowledge that is implicit, integrated in day-to-day action. Formal learning refers to planned education and training initiatives provided y experts, resulting in a diploma or certificate. Informal and non-formal refer to learning that happens outside this formal structure. Informal learning typically displays a bottom-up structure, embedded in the working culture and regulated by the professionals themselves.” De onzichtbaarheid van informeel leren maakt dat we het moeilijk vinden hier goed mee om te gaan. Informeel leren is er en is voor een groot deel verantwoordelijk voor wat een organisatie ‘weet’. Maar het verwijst naar kennis die impliciet is, geïntegreerd in dagelijkse activiteit.

Schermafdruk_25-02-13_17_59-2

Van: Glaudé, M., Van Eck, E., Oud, W. en Verbeek. F. (2008). Voorwaarden voor scholing van docenten mbo, volgens docenten en hun leidinggevenden. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut

Het laatste kenmerk vormt natuurlijk een mooi bruggetje naar sociaal leren en netwerkleren. Informeel leren is voor een groot deel relationeel. Dat laat onderstaand schema ook zien. Je zoekt samenwerking met collega’s en gelijkgestemden op.

Sociaal leren en leren in netwerken

We lossen samen problemen op, wisselen kennis met elkaar uit en onderhouden waardevolle contacten. Sociale media maken dat we alleen nog maar beter in staat zijn verbindingen aan te gaan, netwerken op te bouwen en uit te wisselen in fora en communities. Een deel van het informele leren vindt plaats in netwerken; in een sociale ruimte.

Op Twitter kwam ik in afgelopen tijd wat tweets tegen over digital storytelling. Ik had er al wel eens van gehoord, maar doordat er nu meerdere berichten langskwamen kreeg ik het gevoel dat het de moeite waard zou zijn me er wat meer in te verdiepen. Een link naar wat voorbeelden, een link naar een artikel, en contact met een leerkracht die er in haar praktijk al veel gebruik van maakte. Inspirerend! Ik besloot een blog te schrijven over mijn eerste ontdekkingen. Mij helpt dit schrijven om te ordenen, structureren en ideeën met elkaar te verbinden. En… een paar leuke reacties op mijn blog die me weer aan het denken en experimenteren hebben gezet. Zo rolt het balletje nog…

Maarten de Laat schrijft over dit type leren: “Al deze contacten die we om ons heen hebben stimuleren reflectie op ons eigen handelen. Voorbeelden van anderen stimuleren tot kritisch nadenken over ons handelen, om nieuwe ideeën op te doen en kunnen leiden tot inhoudelijke verdieping” Hij zegt: ‘sociaal leren is netwerkleren in de sociale ruimte‘. Met sociale netwerken bedoelt hij ‘de configuraties van verbindingen in de sociale ruimte die ontstaan zodra mensen met elkaar interacteren, door te communiceren, dingen te delen, maar bijvoorbeeld ook door samen te werken en te leren. het wordt voor mij nog niet direct heel duidelijk wat het verschil is tussen sociaal leren en leren in netwerken. Maar misschien is het hetzelfde? vergelijkbaar? ligt het dicht bij elkaar? moet ik het onderscheid niet zo sterk willen maken? Ook in het boek ‘Leernetwerken. Kennisdeling, kennisontwikkeling en de leerprocessen.’ vind ik geen duidelijk onderscheid. Wel een goed boek overigens!

Nog even terug naar informeel leren… ik zie wel dat leren in netwerken zowel in een formele als informele setting kan plaatsvinden. Formeel: een van de bouwstenen van een langere leergang is een intervisiegroep waarin je ervaringen deelt uit de praktijk. Of tussen twee trainingsdagen zit 3 maanden tijd en in deze periode werk je met 3 collega-deelnemers aan een opdracht. Informeel: je bent lid van een LinkedIn groep en daar kun je goed terecht met vragen uit je praktijk. Of je werkt als zelfstandige en in de afgelopen jaren heb je een netwerk van collega professionals om je heen verzameld waar je voor verschillende dingen een beroep op kunt doen.

Twee krachtige opbrengsten…

  1. Leren in netwerken is een proces van collectief leren. Je experimenteert, onderzoekt, maakt iets met elkaar. Vaak vanuit de gedachte dat het beter, sterker en krachtiger wordt met betrokkenheid en expertise van anderen. Als organisatie heb je bepaalde expertise ‘in huis’, maar als je de expertise in het netwerk van je medewerkers (en wellicht zelfs in de tweede ring) ook weet te benutten, dan sta je nog sterker.
  2. En we hebben bij leren in netwerken te maken met ‘collaboration by difference’. Cathy Davidson schrijft daarover in The Chronicle: “Collaboration by difference is an antidote to attention blindness (when we concentrate intensely on one task, causes us to miss just about everything else). It signifies that the complex and interconnected problems of our time cannot be solved by anyone alone, and that those who think they can act in an entirely focused, solitary fashion are undoubtedly missing the main point that is right there in front of them.”

He, deze verkenning is even klaar. Ben nog niet helemaal tevreden, maar…

The beautiful part of writing is that you don’t have to get it right first time, unlike say, brain surgery.

 

Schermafbeelding 2013-02-25 om 22.16.49