Hoe leren teams? Een boeiend thema waar ik momenteel grondig mee bezig ben. En dan teams in het onderwijs. Lerarenteams in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middel beroepsonderwijs. Op 1 hoop, hopelijk lukt dat. Samen met Martijn Vroemen schrijf ik daar een boekje over dat leraren moet inspireren en verleiden om (kleine) stappen te zetten op het vlak van teamleren. In opdracht van Ruud de Moor Centrum.
Ik heb ooit de PABO gedaan en trommel nu weer wat oud studiegenootjes op om van hen te horen hoe zij in teams werken. Dat klinkt allemaal makkelijker dan het is. Veel parttimers dus hoe organiseer je een bijeenkomst met het hele team? Focus ligt sterk op wat er in de klas gebeurt. Dit komt er ‘weer bij’. “Maar als we er morgen iets mee kunnen, dan kan het wel effectief zijn. De kwaliteit van het onderwijs verdient zeker wel aandacht.” Een behoorlijke uitdaging ligt hier dus om het teamwerken en teamleren goed aan te laten sluiten bij de vraagstukken waar leraren voor staan!
Wat we proberen is op een waarderende manier te schrijven over teamleren. Het gaat er dus niet om dat de ene fase beter is dan de andere fase. Dat als je ‘double loop’ kunt leren dit beter is dan ‘singel loop’. Het gaat ons er om dat lezers zich er in herkennen, hun team kunnen plaatsen en lezen hoe ze met dit team een volgende stap zouden kunnen zetten. Als ze dat willen. Of zien dat het in sommige situaties handig is om ‘double loop’ te kunnen leren, maar heus niet in alle situaties. Dus laat het afhangen van de vraagstukken waar je mee te maken krijgt of je die bekwaamheid nodig hebt.
Nou, iets concreter. We maken gebruik van drie leerstadia die door Kasl e.a. (1997) zijn ontwikkeld. Hij onderscheidt gefragmenteerd leren, geclusterd leren en geïntegreerd leren. Bij gefragmenteerd leren leren teamleden in principe afzonderlijk. In beginnende groepen leert men gefragmenteerd omdat teamleden onbekend zijn met elkaar. Maar ook omdat er nog weinig besef is van hoe de taken en visies onderling samenhangen. Ook in gevorderde groepen vindt dit type leren plaats. Denk aan leraren die elk hun eigen vak bijhouden. Je zou kunnen zeggen dat er bij gefragmenteerd leren nog geen sprake is van leren als team. Bij geclusterd leren zie je in een team kleiner pools van mensen die met elkaar leren. Er onstaan dus gemeenschappelijke leerinhouden, maar deze zijn niet naar het niveau van collectief delen en waarderen gebracht. Denk aan subteams van mensen die naar elkaar toe trekken of die een bepaalde taak naar zich hebben toegetrokken. En dan heb je als derde geintegreerd leren. Het team werkt collectief en is continu ‘lerend’ geworden. Het onderzoekt en experimenteert veel en overbrugt makkelijk verschillende gezichtspunten. De teamleden nemen meer persoonlijk risico in het opzoeken van nieuwe ideeën en nieuwe contacten.
Het is verleidelijk om te stellen dat gefragmenteerd ‘hoort’ bij een lagere fase van groepsontwikkeling en dat geïntegreerd leren automatisch past bij een volwassen team. Hoewel dat in de meeste gevallen samengaat, zijn er toch uitzonderingen te bedenken. Ook in hoog ontwikkelde teams zullen individuele teamleden nog steeds eigen dingen leren. En ook minder volwassen groepen kunnen collectieve patronen ontwikkelen. Wat denken jullie? We zijn nog wel op zoek naar een goede benaming voor deze driedeling. Noemen we het nu fasen, stadia, modus, niveaus? Al deze termen hebben toch die impliciete waardering in zich, wat we nu juist niet zouden willen…
Ik moet eerlijk zeggen dat ik de term modus juist geschikt vind in deze context? Hij lijkt ruimte te laten voor het schakelen van de ene naar de andere modus, zonder hierin vooruitgang of achteruitgang te impliceren. Ook het werkwoord dat je gebruikt voor wisseling van modi luistert dan natuurlijk nauw. “Overgaan” en “Terugschakelen” geven gevoelsmatig weer een hierarchie aan tussen de verschillende werk-/denkwijzen.
Ha Sibrenne,
boeiende vraag leg je voor. Ik blijf wat hangen op de 3deling en vind deze eigenlijk nogal achterhaald en intern gericht. Gisteren op de NVO2dag viel me weer op in het verhaal van Menno Lanting dat het steeds meer gaat om kennisdeling. Hoe meer je deelt, hoe effectiever het leren is. Zou dat dan niet tot een andere indeling van (team)leren gaan leiden:
1. er wordt binnen het team geen kennis gedeeld
2. er wordt binnen het team geclusterd kennis gedeeld, in kleine groepjes (binnen een groter geheel)
3. er wordt binnen het team kennis gedeeld maar het blijft binnen het team
4. er wordt door het team met elkaar, maar ook met de buitenwereld kennis gedeeld.
Ik heb er nog geen namen voor, maar denk gerust mee als dit inzicht jullie aanspreekt.
Groetjes en succes,
Joke
Ha Joke, dank je wel voor je reactie! En ja, je hebt helemaal gelijk door de dimensie van leren in netwerken en cocreatie (mijn volgende denkslag op basis van jouw vierdeling) er aan toe te voegen. Ik ga de indeling voor het boekje hiermee uitbreiden. Past ook goed in het kader waarin we teamleren plaatsen: social leren, leren in verbinding.
Dag Sibrenne,
Boeiend onderwerp. Ik hou me er momenteel ook mee bezig. Even aanhakend op Jokes reactie:
De stand van de wetenschap is inderdaad verder. Tegenwoordig wordt er onderzoek gedaan naar zogenaamde multi-team systems. Dat zijn teams die met elkaar samenwerken. Dit gebied wordt ook door middel van sociale netwerkanalyse onderzocht.
Interessant in het kader van leren ‘in termen van netwerken’ is de literatuur over ’transactive memory systems’ (o.a. Weber, 1985; Lewis, 2003). Kort gezegd, komt het erop neer dat het binnen en tussen teams van belang is te weten ‘wie wat weet’. Er zijn leuke instrumenten om dit door middel van social media in kaart te brengen. Daar heb ik in het verleden mee gewerkt. Leuk, maar ingewikkeld.
Vriendelijke groeten,
Aad Oosterhof