Wat hebben een zwerm vogels, ons ecosysteem, wikipedia en een mierenhoop met elkaar gemeen? Dat ze sterk zijn in zelforganisatie. Daar ging de conferentie over waar ik gisteren bij was: De Tweede Nationale Dag van de Zelforganisatie. Het mooie van het thema zelforganisatie is dat het op heel veel verschillende plekken speelt. Zelforganisatie wordt natuurlijk sterk gestimuleerd door web2.0. De mogelijkheid die het mensen biedt om zelf toe te voegen, te creëren, verbindingen te maken. Maar het speelt ook bij de overheid in het stimuleren van burgerparticipatie. En door de ontwikkeling van de TomTom kunnen we ons als weggebruikers steeds makkelijker zelf organiseren.
De conferentie had weinig zelforganisatie in zich, maar a-la. De bijdragen waren grotendeels boeiend! Met name de voorbeelden uit de zorg spraken me aan: “Je moet niet voor mensen zorgen, maar zorg dat men voor zichzelf kan zorgen.” Hans Becker, adviseur van Stichting Humanitas in Rotterdam vertelde op pakkende wijze hoe ze vanuit zelforganisatie de ouderenzorg hebben ingericht. Vier kernwaarden speelden daarbij een rol: (1) eigen regie, (2) eigen activiteit, (3) groepselement en (4) een ‘ja’cultuur. Een voorbeeld, enigszins gekscherend verteld: “Een nieuwe bewoonster is dol op katten en wil 5 katten meenemen. Dat is wel wat veel, maar laten we in gesprek gaan. Blijkt 1 kat al 22 jaar te zien. Die is echt te oud om nog te verhuizen. Houden we er nog 4 over. Door de ‘ja-cultuur’ ontstaat een dialoog, en een medebewoonster gaat zich er mee bemoeien. Zij woont hier al een paar jaar en mocht haar katten toendertijd niet meenemen. Maar ze was er zo dol op! In die tijd deed Stichting Humanitas nog niet aan zelforganisatie, en nu wel. Mooie opbrengst van het gesprek tussen de medewerkers en deze twee dames is uiteindelijk dat beide dames voor 2 katten gaan zorgen. Daarmee wordt het een stuk overzichtelijker!”
Verder een pakkend verhaal van Roger van Boxtel, vanuit zijn rol als Raad van Bestuur van Menzis. Daar worden onder meer verzekerden expliciet uitgenodigd om mee te denken. Een vorm van co-creatie. En Keith Bakker was te gast, samen met Wim Slot. Wim Slot houdt zich als hoogleraar bezig met de kinderbescherming: “Uiteindelijk is alles er op gericht dat het gezin weer autonoom kan functioneren en dat dwang en drang van buitenaf niet meer nodig is. Dat betekent dat ouders sterker worden gemaakt en dat het gezin leert gebruik te maken van positieve krachten in hun netwerk.” Fantastisch hoe hij denkt vanuit groei en ontwikkeling.
En daar vinden de beide heren elkaar. Keith Bakker is wel bekend van het televisieprogramma ‘Van Etter tot Engel.’ Althans, ik kende hem daarvan. Hij heeft een afkickkliniek in Amsterdam en hij werkt heel sterk vanuit zelforganisatie. 8 jonge meiden heeft hij bij zich. Allemaal na een noodkreet bij hem terecht gekomen: anorexia, snijden, branden. Ze vertelden erover met enige humor. En vanaf het eerste moment dat ze bij Keith kwamen zijn ze gestopt met wat ze deden. Na een reeks therapieën en behandelingen die niet mochten baten, en eigenlijk zelfs alleen maar zieker maakten. Zei Keith tegen ze: “Je gaat je nu gedragen als een volwassene.” In tegenstelling tot al die therapieën waarbij men op zoek ging naar de betreffende stoornis, gaat Keith er vanuit dat het normale mensen zijn, en dat er in hun directe omgeving iets goed mis is. Waar je wel ziek van kunt worden, maar je wordt niet beter door de anorexia te bestrijden. Prachtig verhaal en een heel bijzondere man!
De vertaling naar ons werk?
- Ruimte bieden aan mensen om initiatief te nemen;
- Creëer ontmoeting en stimuleer groepsvorming;
- Een bottom-up benadering: laat mensen aan het woord;
- Werk vanuit waardering, groei en kracht.
- Stimuleer een ja-cultuur, ga in dialoog.
Bedankt voor het delen! Ik denk dat zelforganisatie ook goed van toepassing is in onderwijs!
Ha Naomi, leuk je hier tegen te komen. En ik denk dat je helemaal gelijk hebt met je link naar het onderwijs. Je ziet het al wat terugkomen in de nieuwe scholen die ontstaan. Veelal primair onderwijs. Maar juist in middelbaar en hoger denk ik ook dat er kansen liggen. Wat zie jij dan vooral voor je?
Hi Sibrenne, bedankt voor de post. Je schreef; “Door de ‘ja-cultuur’ ontstaat een dialoog”. En in de vertaling naar ons werk “stimuleer een ja-cultuur”.
Wat houdt zo’n ja-cultuur in? Wat zijn de mogelijkheden voor nee, of weet-ik-nog-zo-net-niet, die toch ook bij een echte dialoog horen? Gaat het gewoon om een constructieve houding, het samen zoeken naar oplossingen waar iedereen bij gebaat is? Of is er meer?
Ben benieuwd naar jouw idee hierover.
Ha Dorien. Ja, in het kader van zelforganisatie staat volgens mij het stimuleren van een bepaalde houding voorop. En dat is een houding waarin je niet overneemt, maar de verantwoordelijkheid bij de ander laat. Bovendien stimuleert ‘ja’ een gezamenlijk denkproces, en is waarderend van aard. Terwijl ‘nee’ en ‘ja, maar…’ dat veel minder of zelfs helemaal niet hebben. Ik heb het gevoel dat er in beide situaties weliswaar een dialoog kan ontstaan, maar het heeft een verschillende grondhouding. Snap je wat ik bedoel?