Ik zie steeds meer mensen online om me heen die, ongeacht hun vak, het delen van kennis en ervaring in hun routine hebben opgenomen. Ze zijn open over waar ze aan werken en ze posten consequent stukjes en beetjes van hun werk, hun ideeën en wat ze daarover leren. In plaats van tijd te verspillen met ‘netwerken, profiteren ze van hun netwerk. Door royaal hun ideeën en hun kennis te delen, creëren ze een publiek waar ze een beroep op kunnen doen wanneer dat nodig is – voor collegialiteit, feedback of bevestiging. Wat helpt hen om zo te werken?
Lef en vrijgevigheid
Wat maakt dat deze manier van delen sommigen gemakkelijk af lijkt te gaan? Ik kom in de praktijk toch ook aarzeling tegen: wie zit er op mijn verhaal te wachten? is mijn inzicht wel waardevol genoeg? laat ik het eerst nog eens goed doordenken… In een twitterchat over DoenDenkenDelen met zo’n tien professionals stelden we onszelf de vraag wat er voor nodig is om dit delen te gaan doen: lef, durf, moed. Je deelt iets wat voor je gevoel misschien nog niet helemaal ‘af’, je stelt je kwetsbaar op, je laat zien waar jij in gelooft. Een basis-overtuiging die je de moed kan geven om meer te gaan delen, benoemt Austin Kleon mooi met: “The act of sharing is one of generosity – you’re putting something out there because you think it might be helpful or entertaining to someone on the other side if the screen.” Dit denken vanuit vrijgevigheid, kan je helpen om over een blokkerende gedachte als ‘wie zit er op mijn verhaal te wachten’ heen te stappen.
Nieuwsgierig zijn en verbinden
Je werk delen om er ook reactie op te krijgen van je netwerk vraagt, naast lef en vrijgevigheid, om nieuwsgierigheid: wat is je nieuwste vraag? waar verwonder jij je over? Wat zit jouw twijfel? naar wiens ‘ongewone’ kijk ben je benieuwd? En het vermogen om te verbinden. Waardevolle inzichten en glansrijke ideeën ontstaan over het algemeen niet in een vacuüm, maar is veel vaker het resultaat van interactie, uitwisseling en combineren. Het gaat om de ideeën die je deelt, de kwaliteit van de verbindingen die je maakt en de conversaties die je initieert en voert. Om je vermogen om bij te dragen aan dat wat je waardevol vindt.
Nieuwsgierigheid is een van de meest basale drijfveren van mensen die aanzet tot leren en ontdekken. Iedereen is nieuwsgierig, we worden geboren met een natuurlijke drang om kennis te vergaren. We moedigen elkaar alleen niet altijd aan om situaties nieuwsgierig tegemoet te treden. En niet elke werkomgeving is ondersteunend als het gaat om fouten maken, nieuwe oplossingen vinden en innoveren. In het boekje ‘Nieuwsgierigheid op het werk‘, van Suzanne Verdonschot en Mara Spruyt, lees je hier nog veel meer over.
Blijf een amateur
Nog een stapje verder… ik zie een sterke verbinding tussen nieuwsgierigheid en het werken als ‘amateur’, waar Austin Kleon mooi over schrijft in zijn boek ‘Show your work!‘. Volgens hem is..
… the world changing at such a rapid rate that it’s turning us all into amateurs. Even for professionals, the best way to flourish is to retain an amateur’s spirit and embrace uncertainty and the unknown.
Een amateur heeft vaak een ‘beginners mind’: een soort nieuwsgierigheid, een grenzeloos enthousiasme met een duidelijke focus. In tegenstelling tot een expert die de neiging kan hebben om ergens niet meer over na te denken omdat hij ‘het weet’. De amateur oefent bepaald gedrag omdat hij daarvan geniet en het wordt een deel van zijn identiteit. Zoals de hardloper die niet kan wachten om die nieuwe route te gaan lopen. Het gaat hem of haar om de liefde voor de activiteit en het vereist geen wilskracht om keuzes te maken, die in de ogen van anderen wellicht moeilijk zijn. Kijk eens naar de kennis en ideeën die gedeeld worden door hardlopers in online Hardloop-Facebook-groepen. Wat zou je kunnen bereiken als je geniet van de dingen die je moet doen, de dingen waarvan je weet dat ze goed voor je zijn, maar waar je vrees voor hebt? Amateurs zijn gewone mensen die bezeten zijn van iets en liefst heel veel tijd besteden aan daar hardop over denken.
Het gaat mij hierbij niet om de vraag of je een amateur bent ja of nee. Ik vind het vooral een basishouding; een manier van kijken naar je werk en naar dat wat je bezig houdt. Op die manier wordt werken een voortdurende zoektocht naar hoe iets werkt, naar nieuwe ontdekkingen. Zodra je het gevoel hebt dat je iets snapt, let je minder goed op. Als amateur ben je minder bang om fouten te maken of om raar over te komen in het openbaar: “You are in love”. Je deelt makkelijker iets wat ‘onaf’ is, omdat je ook nieuwsgierig bent naar aanvullingen en inzichten van anderen.
Makkelijker verbindingen maken?
In welke mate voel jij je een amateur? Waarin helpt je dat?
Een situatie waar dit schrijven me aan doet denken is de volgende: ik sprak een tijdje geleden een collega die een boeiende ervaring had opgedaan met ‘ontwerpen van een leertraject in 2 dagen’. Een snelkookpan-aanpak. Ze hadden een soort ‘scrum’ aanpak gekozen en ze was er heel enthousiast over. Natuurlijk waren er in de aanpak dingen die goed en minder goed liepen. En er waren elementen in het proces die haar puzzelden. Maar haar enthousiasme werkte aanstekelijk en ik kreeg echt zin om zo’n benadering ook eens te gaan proberen! De aanpak was niet al helemaal uitgekristalliseerd, nog niet uitgedacht en af. Juist dat maakte dat ik het als een uitdaging zag om hierin mee te gaan ‘proberen’. Me het gedachtegoed ook eigen te maken. Met alle ruimte om er mijn eigen draai aan te geven. Zou ik ook zo enthousiast zijn geworden als een ‘scrum expert’ me deze aanpak had uitgelegd?
Ik geloof er wel in dat we soms beter af kunnen kijken van een amateur (waarin je alle vertrouwen hebt qua professionaliteit) dan van een expert. De inhoud staat wellicht dichter bij je. Het is voor beiden een zoekproces, waar je elkaar vindt op ontdekken, uitvinden, verwonderen en doen. En: het ruwe enthousiasme van een amateur werkt vaak heel aanstekelijk. Je krijgt bijna zin om die nieuwe hardlooproute…
Herken je dit?
Ik vind ‘be an amateur’ wel duidelijk vanuit het blijven leren, tegelijkertijd zie ik ook wel een kanteling dat experts niet meer alles hoeven te weten omdat zoveel vakgebieden in ontwikkeling zijn. Beth Kanter zou ik bv. geen amateur noemen maar stelt wel voortdurend vragen vanuit het idee dat de ontwikkelingen snel gaan en je een netwerk nodig hebt om samen bij te blijven.
Ja precies. Het gaat voor mij erg over jezelf een amateur voelen zodat je vanuit een leerperspectief Doet Denkt Deelt. Een andere interessante vraag vind ik hoe je ‘expert’ kunt zijn in deze snel ontwikkelde omgeving. Misschien gaat het expert zijn niet liggen op heel sterk kennis gerelateerde aspecten, maar op feit dat je snel ziet wat waardevol is, dat je nieuwe ideeen goed kunt toepassen, doordenken. Zit het meer op een soort wijsheid, vermogen tot verbinding, zien van kwaliteit. Ik vind mezelf op bepaalde terreinen ook wel een expert (of hoor je dat niet van jezelf te zeggen? ha ha), Maar mij helpt het wel om vanuit een amateursperspectief in te blijven staan. Hoe doe jij dat voor jezelf?